Kinderen met een congenitale myopathie hebben naast de spierslapte en spierzwakte een vertraagde motore ontwikkeling. Dat houdt in dat zij belangrijke stappen in de ontwikkeling van de motoriek later zetten. De kinderen gaan bijvoorbeeld later kruipen, staan of lopen.
Een deel van de congenitale myopathieën laat vanaf kinderleeftijd een achteruitgang zien in kracht, terwijl bij veel andere congenitale myopathieën de kracht min of meer stabiel is en blijft. Dit kunt u met uw arts bespreken.